Fotograaf:
Sanne Rosbag

Recensie Amsterdams Kleinkunst Festival
Kleinkunst is meer dan alleen cabaret

Amsterdams Kleinkunst Festival met de voorstelling
Eerste Halve finale Concours om de Wim Sonneveldprijs


Gezien op: 14-04-2016 Theater Bellevue, Amsterdam

Het Amsterdams Kleinkunst Festival neemt een bijzondere plek in tussen de twee andere grote cabaretfestivals Cameretten en het LCF. Om het in de woorden van festivaldirecteur Evert de Vries te zeggen: “kleinkunst is meer dan alleen cabaret”. Het festival biedt altijd veel meer dan cabaret en is daarmee het enige festival waar kleinkunst een echte kans krijgt om zich aan het grote publiek te presenteren. Ook de 29ste editie van het Concours om de Wim Sonneveldprijs biedt weer een scala van a-typische voorstellingen in het cabaretlandschap, waarbij het om meer draait dan de lach. Toch lijkt de oogst op de eerste halve finale-avond een beetje mager te zijn dit jaar.

Het duo De Fransse Eijkel bijt het spits af op deze avond. De naam is een combinatie van de achternamen van Christiaan Eijkelenburg en Sanne Franssen. Ze openen statisch, verveeld en negatief in synchroonspraak over de generatie niks. Ze willen niks en kunnen niks en die boodschap wordt vervolgens in vele synoniemen herhaald. Christiaan en Sanne zijn het product van generatie Y; een thema dat de laatste jaren veelvuldig op de cabaretfestivals aanbod komt. Logisch, die generatie beklimt nu de podia en gooit hun frustraties er vol uit. Christiaan en Sanne houden hun negatieve en verveelde uitstraling een half uur consequent vol. Ze schotelen het publiek een mix voor van cabaret en dansachtig bewegingstheater. Het is intrigerend om naar te kijken, maar de scènes die ze spelen voelen allemaal wat lang aan. Daarnaast ontberen ze vaak een goede clou. De mogelijkheden aan spanning en strijd binnen het duo en de man-vrouw samenstelling worden weinig benut. Je houdt het gevoel over dat er veel meer in moet zitten. Aan het eind maken ze de cirkel mooi rond en maaien en passent alle critici het gras voor de voeten weg.

Merel Baldé is de tweede kandidaat van deze halve finale. Haar openingslied intrigeert. Begeleid door haar pianist zingt ze, met alleen een spot op haar draaiende kont, een lied over dat alles altijd groots moet zijn. Ook aan dit programma ligt generatie Y thematiek ten grondslag, al wordt dat dit keer niet letterlijk uitgespeld. De lat ligt hoog, de verwachtingen zijn hoog en eigenlijk kan je alleen maar falen, maar dat mag natuurlijk niet. Typerend hiervoor is haar lied verderop in het programma waar ze verzucht: “was ik maar een klein en dik meisje”. Dan werd er tenminste niets van haar verwacht. Merel is een mooie meid en laat dat aan alle kanten zien. In een diep uitgesneden pakje kruipt ze als een krolse poes een half uur lang over het podium. Haar boezem opzichtig uitgestald voor jury en publiek zingt ze veel seksueel getinte teksten als “Trek het uit” of bijvoorbeeld “Spuit me vol” in het lied “Ik wil een kind van jou”. Haar onderwerpen haalt ze uit haar eigen kleine wereldje. Een vriend die onvruchtbaar, maar verder perfect is. Wat haar voor een onmogelijke keuze stelt. Of haar zusje dat ze klein wil houden, maar uiteindelijk toch uitgroeit tot een mooie vrouw. Omdat ze eigenlijk niet verder komt dan haar eigen wereldje voelt de thematiek, zeker ook door het opzichtig diep uitgesneden sexy pakje, letterlijk als navelstaren.

Ook de derde kandidaat van de eerste halve finale houdt zijn onderwerpen dicht bij zichzelf. Het podium is alleen gevuld met een vleugel die centraal staat opgesteld. Merijn Krol trakteert zijn publiek een half uur lang op gevatte en geestige liedjes die hij voorziet van een ronkende en zo nu en dan virtuoze pianobegeleiding. Merijn is een goede liedjesschrijver. Het vakmanschap druipt van de teksten die vlot lopen en goed in elkaar zitten. Zijn liedjes gaan over zijn buurman, zijn broer, zijn vader en zijn moeder. Kortom, ook Merijn komt qua thema zijn voordeur niet uit. Hij lijkt een behoorlijk familiecomplex te hebben. Zowel zijn broer als vader zijn in alles beter dan hij. Maar het levert wel smakelijke liedjes op. Bijvoorbeeld: “Wat een vieze vette klootzak is mijn broer” is erg geestig en herkenbaar. Maar Merijn laat zich ook van zijn kwetsbare kant zien in een lied over een vakantie op Texel dat gaandeweg in het programma een extra laagje krijgt. Waar zijn tekstschrijverschap zijn kracht is, is echter zijn podiumperformance (nog) zijn zwakte. Zodra hij achter de vleugel zit, zit hij op zijn plek, maar zodra hij de vleugel verlaat komt hij veel moeizamer over het voetlicht. Daar valt voor Merijn nog veel te winnen. Maar als Merijn zingt, doet hij dat met overgave. En vooral in zijn slotlied, een soort Ramsesachtig “Laat me”, maakt hij indruk en geeft hij alles wat hij heeft.

De eerste halve finale van het Wim Sonneveld Concours leverde een diverse en onderhoudende avond op. Maar de lat mag naar mijn smaak nog wel wat hoger liggen. Hopelijk heeft het festival het beste voor het laatst gehouden. Vanavond is de tweede halve finale en er zijn nog beperkt kaarten beschikbaar. Dus kleinkunstliefhebbers gaat dat zien!



Tim van der Sluijs




Deze pagina is onderdeel van de website www.cabaret.nl.
De cabaret-database van Nederland.
Een actueel overzicht van cabaret, kleinkunst en stand-up comedy.
 
Kijk op cabaretmatch.nl voor meer informatie over theater op maat, cabaret op maat of een muziekoptreden voor een congres, symposium of feest op maat.